Historie

Ontstaan van de mei-traditie in Schinveld

De jonkheid bij het kappen van de den.... in 1954.Op 30 april 1953 vond na de – nu nog steeds jaarlijkse – kinderoptocht een receptie plaats in de woning van burgemeester Adams aan de Eindstraat in Schinveld. Na afloop van de receptie bleef op verzoek van de Culturele Kring nog een aantal mensen aanwezig.

Namens de Culturele Kring – vergelijkbaar met het huidige Oranje-comité – waren dat Theo Peters, Karel Wagenaar en Dré Peters. Verder Bernhard Keuzenkamp en Thei Dohmen van de Mijnwerkersbond, Frits van de Zander en Frans Geraets namens de gemeenteraad en kapelaan Coenen, May Cremers en Herman Gebben namens de KAJ (Katholieke Arbeidersjongeren). Ten slotte waren dat de middenstanders Herman Dummer en Arnold Thissen (‘de Bruujer’), de plaatselijke huisarts dokter Breukers, Huub Rongen, Hein Coumans en schoolmeester Joep Senden van de Eligiusschool.

De Culturele Kring opperde het idee om het mei-steken in ere te herstellen. Voor de Tweede Wereldoorlog was dit namelijk een vast gebruik: een verliefde jongen stak in de nacht van 30 april op 1 mei een dennentak onder de dakpan van de woning van een meisje waarop hij verliefd was. Kapelaan Coenen vond het een goed idee en sprak gelijk over de Jonkheden en mei-verenigingen in de rest van Limburg die volgens traditie elk jaar een mei-den opzetten. De aanwezigen zagen hier wel iets in en de heren Hein Coumans, Karel Wagenaar en May Cremers werden gevraagd om hieraan mee te doen. Het is mogelijk dat burgemeester Adams een rol speelde bij dit initiatief, want als oud-burgemeester van Noorbeek (1929-1934) had hij ervaring opgedaan met meifeesten. In Noorbeek wordt al sinds 379 jaar een Brigida-den opgezet.

De den werd in 1954 in beslag genomen door de politieNog diezelfde middag togen Niek Ritzen, Frans Brandts, Sjeng Joosten, Hein Coumans, Joep Rademakers en Jan Wijnands onder het toeziend oog van boswachter Frans Dohmen op de tractor van Niek Ritzen en de shovel van Frans Brandts naar het bos. De eerste mei-den werd gekapt in de Meule Siepen, in de buurt van de voormalige stortplaats, en weggesleept met de shovel van Frans Brandts. ’s Avonds werd op de vluchtheuvel in het midden van de Platz een handvol stenen weggehaald, een gat gegraven en met de tractor van Niek Ritzen werd die eerste mei-den geplant. Hij werd versierd met papieren roosjes en de Bruujer zorgde voor een wagen met bier. Erg stevig stond die eerste mei-den overigens niet, want de volgende dag lag de boom al gedeeltelijk om met de nodige schade aan de vluchtheuvel.

De Culturele Kring nam de taak op zich om dit eerste mei-evenement verder uit te bouwen. In november 1953 werden alle jonge mannen van Schinveld in de bekende zaal Plasier uitgenodigd om ideeën hierover naar voren te brengen. Tijdens deze bijeenkomst werd een comité gekozen van 11 man én de eerste meikoningin. Iedere aanwezige mocht twee namen invullen en de stembiljetten werden opgeborgen in een envelop, die werd verzegeld met een wasstempel. De oudste aanwezige -Huub Rongen (38 jaar)- werd benoemd tot nestor (volgens Van Dale: de oudste van een groep personen). Tevens werd de naam van het comité vastgesteld: de Jonkheid. Ten slotte werd afgesproken dat in de nacht van 27 op 28 april 1954 ergens in het bos stiekem een den zou worden gekapt en op 30 april op de Platz geplant zou worden.

De eerste mei-paar en comite in 1954Het uitroepen van een meipaar gaat terug naar het einde van de 19e eeuw. De katholieke kerk riep toen elk jaar mei-koppeltjes uit in het café tegenover de Eligiuskerk, de huidige woning van voormalig gemeentesecretaris Nelissen. De opzet hiervan was dat jongens en meisjes samen activiteiten konden ondernemen omdat jongens en meisjes onder normale omstandigheden strikt gescheiden zaten in de kerkbanken en op scholen. Verder was in die tijd het mei-steken enorm populair: in de nacht van 30 april op 1 mei staken jonge mannen een dennentak aan de woning van de jonge vrouw van hun dromen. In de vroege morgen van 1 mei konden de vrijgezelle dames dan zien hoeveel aanbidders ze hadden. De traditie schreef verder voor dat de jonge man ’s morgens zijn opwachting diende te maken bij de ouders van het meisje, waar hij getrakteerd werd op vlaai en een borrel. Het mei-steken in Schinveld stierf rond 1930 een roemloze dood.

In het boek ‘Meigebruiken in Zuid-Limburg’ van H.W.J. Dohmen, een historisch-volkskundige beschouwing over meigebruiken in Heerlen, Schinveld en Wijnandsrade, staat overigens meer te lezen over de mei-traditie in de 19e eeuw. Het gaat hierbij met name over een verslag van het meiboom en meileen-gebruik uit maart 1877, opgetekend door J.M. Vaessen uit Schinveld.

In den nacht van den eersten Mei vergaderen de jongmans van het dorp, ten einde een grooten boom te halen, den Meiboom. Deze wordt in het midden van het dorp stevig in den grond geplant. Daarna klimt de voornaamste der jongmans in den boom met eene lijst waarop de namen van alle jongmans des dorps geschreven staan, en achter elken naam ook dien eener jonge dochter. Dit is de Meiliefste. De namen der jongmans en jonge dochters leest hij met heldere stem af, waarbij telkens luide hoera’s door de lucht weergalmen. Daarbij komen dan ook niet zelden de grootste contrasten voor, en aller uitbundigheid kent perk noch paal, wanneer men hoort, dat een meisje va n 18 à 20 jaren, aan de zijde moet staan van een zestigjarigen jongman; of, dat eene grijze jonge dochter de Meiliefste wordt van een vlasbaard van 18 jaren.

Het behoeft wel niet gezegd, dat de flesch gedurende dit vermaak niet stil staat, en eindelijk aller beenen in eene aanhoudende beweging gebracht worden. Maar de mooiste grap heeft op den eersten Zondag in Mei plaats. Immers, dan moeten na de namiddaggodsdienst de Meiliefsten ingetrokken worden. Hierdoor verstaat men, dat elk jongman, dien eene Meiliefste is toegevoegd, dezelve na het lof in eene herberg moet noodigen en behoorlijk tracteeren.

Wanneer dan ook eene Meiliefste niet ingetrokken wordt, houdt zij dit voor de grootste beleediging die haar aangedaan kan worden”.

Wat het uitroepen van de meileen exact inhield, staat eveneens in het boek beschreven.“De Meyliene oetroope. Op den laatsten April-avond veilt men de onverloofde meisjes in scherts en wijst haar een vrijer toe”. De mei-den had in die tijd aldus de functie van datingsite.

In 1954 en 1955 werd in Schinveld een nieuwe poging ondernomen om het mei-steken nieuw leven in te blazen. Helaas strandde dit in schoonheid. In bijvoorbeeld buurgemeente Gangelt wordt het overigens nog steeds op grote schaal uitgevoerd.